We kregen een tip via Facebook dat Setenil de moeite waard is. Ik weet dat veel mensen, vooral jongeren, Facebook belachelijk maken als ouderwets, maar ik haal vaak waardevolle informatie uit Facebook die ik simpelweg niet uit Instagram haal. Volgens Googlemaps ligt Setenil de la Bodegas, zoals het correct heet, 30 minuten ten noorden van Ronda aan de Ruta de Pueblos Blancos, de weg van de witte dorpen. Een blik op google leert ons dat Setenil een rotsdorp is. Omdat dit spannend klinkt en we dicht bij Ronda zijn, besluiten we spontaan op pad te gaan.
Van een afstand ziet Setenil eruit als alle witte dorpen in Andalusië. Een zee van witte huizen tegen een berghelling. Als we aan de voet van het dorp aankomen, wijst een P-bord ons de weg naar een parkeerplaats. We volgen het bord voor de hoofdweg, verder en verder. Rechts en links langs de weg staan auto's geparkeerd, sommige onder een avontuurlijke hoek over een afwateringskanaal. We blijven het P-bord volgen naar het centrum van het dorp bovenaan de heuvel en weer verder en verder naar beneden. We vertrouwen op het bord en lopen het dorp uit en eromheen. De parkeerplaats is eindelijk aan de andere kant. Maar nee, het is een parkeergarage voor €1,50/u, maar helaas maar 2,05m hoog, en wij zijn hoger met onze fietsen. We gaan dus terug en parkeren op de weg. Daarna lopen we de heuvel op richting het oude stadscentrum.
En we zijn niet teleurgesteld.
In de 14e en 15e eeuw stond hier al een middeleeuws fort in het grensgebied tussen Moren en Christenen. De naam Setenil betekent '7 keer niets', omdat de christenen er pas bij de 7e poging in slaagden Setenil te heroveren op de Moren. Vandaag de dag zijn alleen nog de hulde toren en een cisterne te herkennen in de kasteelruïne.
Op het eerste gezicht lijkt Setenil op een typisch wit dorp in Andalusië, zoals we er al verschillende hebben gezien. Pittoreske, kronkelende, smalle straatjes met witte huisgevels die zich een weg naar boven kronkelen. Beneden in de kloof met verschillende bruggetjes. De berg, of eigenlijk de rots, torent boven alles uit en beschermt de 3000 inwoners.
Op het tweede gezicht kun je zien dat de huizen niet alleen aan de berg vastzitten, maar zelfs in de rots zijn gebouwd. Deze huizen zijn oorspronkelijk echter niet in de rots uitgehouwen. Setenil is gebouwd waar de Rio Guadalporcún rotswanden heeft uitgesleten. De Rio verdeelt Setenil in twee delen, aan beide kanten is er een hoofdweg, aan de ene kant de Cuevas del Sol en aan de andere kant de Cuevas de la Sombra, oftewel de zon- en schaduwgrotten. En de naam zegt het al. Door de steile kliffen liggen de zonnegrotten altijd in de zon, terwijl de zon de schaduwgrotten nooit bereikt. De huizen werden onder de overhangende rotsen gebouwd zodat de rots het dak vormt. De rots beschermt de huizen effectief en biedt ze beschutting.
In het mooiste gebouw van Setenil is nu het toeristeninformatiecentrum gevestigd. Dit 16e-eeuwse 'Casa Consistoral' was vroeger het stadhuis. Een ander hoogtepunt is de kerk Iglesia de Nuestra Señora de la Encarnación met Moorse en gotische elementen. In Andalusië vind ik het altijd leuk om te zien hoe Moren en Christenen in de loop der tijd dezelfde gebouwen hebben gebouwd en hoe beide bouwstijlen zijn vermengd. Het beste voorbeeld hiervan is voor mij de Mezquita in Cordoba. Een heel bijzonder gezicht is Calle Herrería met een bord waarop staat 'Bésame en este rincon', wat betekent 'Kus me op deze hoek'. Helaas spreekt Marc niet veel Spaans. De kapel van de Virgen del Carmen is ook een bezoek waard.
We dwalen verder door de pittoreske witte steegjes met hun kleurrijke bloemen in kleipotten en genieten van de heerlijke sfeer van deze plek.
Later rijden we verder over de Ruta de Pueblos Blancos richting Olvera. Steeds weer hebben we prachtige uitzichten op de bergen. Overal zien we bloeiende amandelbomen. In Torre Ahláquime kunnen we onze ogen nauwelijks geloven als we een paard op een balkon zien staan. In sommige situaties kun je je camera niet snel genoeg tevoorschijn halen. Hier hebben we alle tijd van de wereld, want het paard kan niet weg.
Omdat het 's nachts erg koud is met maar 3 graden, doen we het gelukkig zonder buitendouche en gaan we op zoek naar een douche met onbeperkt warm water. Camping Pueblo Blanco biedt niet alleen dit, maar scoort ook met een sensationeel uitzicht op Olvera en de zonsondergang aan de ene kant en een bizar berglandschap met kuddes geiten aan de andere kant. We voelen ons er erg op ons gemak, niet in de laatste plaats vanwege de stilte. Er zijn momenteel geen 5 auto's op het veld. ACSI wordt geaccepteerd, € 18 voor deze kampeerplaats is een prima prijs.
Recente reacties